Aanwezigheid van speciaal eiwit in bloed kan vroege diagnose Alzheimer mogelijk maken

juli 2020 Zorg van de Toekomst Willem van Altena
Brain from wooden puzzles. Mental Health and problems with memory.

Een betrekkelijk eenvoudige bloedproef kan mogelijk helpen om de ziekte van Alzheimer in een vroeg stadium vast te stellen, bij mensen die weinig of zelfs geen symptomen hebben. Op de Alzheimer’s Association International Conference in Chicago werden onlangs onderzoeksresultaten van samenwerkende researchers uit Zweden en de Verenigde Staten gepresenteerd. Wetenschappelijk vaktijdschrift Journal of the American Medical Association (JAMA) plaatste deze week een artikel over het onderzoek.

Het gaat in de studies om het meten van het gehalte van het zogenaamde p-tau217-eiwit in het bloed. Samen met amyloïde eiwitten kan tau-eiwit voor eiwitophopingen zorgen in de hersenen, wat als een van de kenmerken van Alzheimer wordt gezien. Door bloed te screenen op dit tau-eiwit denken wetenschappers de ziekte niet alleen vroegtijdig op te sporen, maar kan er mogelijk ook een behandeling ontwikkeld worden. Een bloedtest is veel minder omslachtig, duur en onprettig dan de gebruikelijke diagnostische methoden, zoals een CT-scan en een hersenvochtonderzoek. Volgens de onderzoekers is de bloedtest ook nauwkeurig en in staat om in tussen de 89 en 98% van de gevallen Alzheimer kan onderscheiden van andere neurodegeneratieve aandoeningen.

Lastig vast te stellen

Het diagnosticeren van Alzheimer is niet gemakkelijk, en vaak een tijdrovend proces. In Nederland duurt het gemiddeld 14 maanden voordat de diagnose wordt gesteld, en bij patiënten die jonger dan 65 zijn is dat gemiddeld zelfs meer dan 4 jaar. Diagnostiek is een groot probleem: gemiddeld duurt het 14 maanden voordat de diagnose wordt gesteld, en bij patiënten die jonger dan 65 zijn is dat gemiddeld zelfs meer dan 4 jaar, meldt Stichting Alzheimer. Diagnose wordt nu vooral gesteld aan de hand van gesprekken met de familie en verzorgers, en het uitvoeren van cognitieve tests. Maar het is zeer moeilijk om bij het stellen van de diagnose onderscheid te maken tussen de ziekte van Alzheimer en andere oorzaken van dementie.

Beter dan MRI-scans

In het Amerikaanse onderzoek, dat werd uitgevoerd in Phoenix, werd vastgesteld dat 4 milliliter bloed al voldoende was om het p-tau-217 gehalte vast te stellen. En aan de universiteit van Lund in Zweden ontdekten wetenschappers dat mensen met de ziekte van Alzheimer zeven keer zoveel van het tau-eiwit hadden als gezonde mensen. Daar werd bij in 700 proefpersonen het bloed getest op het tau-eiwitgehalte. De diagnostische resultaten van de bloedtest waren beter dan die van MRI-scans en even goed als PET-scans en een lumbaalpunctie. In Amerika werden de hersenen van overleden Alzheimer-patiënten onderzocht, en werden de resultaten vergeleken met bloedmonsters die de patiënten hadden afgestaan. In 98% van de gevallen aan de hand was de ziekte van Alzheimer af te lezen aan het tau-gehalte in het bloed.

Colombia

Er werd ook bloed onderzocht bij 600 leden van een ongeveer 6.000 personen tellende familie in Colombia, die bekend staat als de grootste familie ter wereld waarin erfelijke vroege Alzheimer voorkomt. De bloedtest kon op basis van het tau-eiwitgehalte in het bloed aangeven wie de ziekte mogelijk kon ontwikkelen. Meestal gebeurt dat rond het 45ste levensjaar, maar aan het bloed was al bij 25-jarige familieleden te zien dat zij kans hadden om over zo’n 20 jaar vroegtijdig dement te worden.

Er komen nu grotere onderzoeken om de resultaten in de klinische praktijk te bevestigen. Pas daarna kan de Alzheimer-bloedtest beoordeeld worden door de geneesmiddelenautoriteiten, zoals de FDA in Amerika en de EMA in Europa. Een snelle en vroege diagnose wordt gezien als een belangrijke stap op weg naar behandelingen voor Alzheimer, en dan vooral voor de vroege verschijnselen ervan. De ziekte wordt doorgaans pas herkend in een verder gevorderd stadium, en op dat moment is behandeling feitelijk geen optie meer.

Alzheimer in Nederland

Stichting Alzheimer Nederland meldt op haar website dat de ziekte van Alzheimer verantwoordelijk is voor 70% van de dementiegevallen in Nederland. In Nederland hebben momenteel ruim 280.000 mensen dementie. De ziekte treft vooral ouderen: ruim 8% van alle mensen van 65 jaar en ouder heeft dementie. Maar Nederland kent ook 12.000 patiënten die jonger dan 65 jaar zijn. Ruim 80.000 mensen met dementie wonen in verpleeg- of verzorgingshuizen. Geschat wordt dat de kans dat iemand gedurende zijn leven dementie krijgt ongeveer 20% is. Bij vrouwen ligt het percentage hoger dan bij mannen omdat vrouwen gemiddeld genomen langer leven.

Bronnen

Palmqvist S, Janelidze S, Quiroz YT, et al. Discriminative Accuracy of Plasma Phospho-tau217 for Alzheimer Disease vs Other Neurodegenerative Disorders. JAMA. Published online July 28, 2020. doi:10.1001/jama.2020.12134

Recente cijfers over Alzheimer en dementie op de website van stichting Alzheimer Nederland

Algemene informatie over Alzheimer op de website van de Hersenstichting