TNN - jaargang 119, nummer 3, juni 2018
R.W. van Steenhoven , W.I. Schievink , B.C. ter Meulen
TNN - jaargang 117, nummer 2, juni 2016
W.J.C. van Ballegoij , B.C. ter Meulen
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2016;117(2):89–90)
Lees verderTNN - jaargang 116, nummer 2, juni 2015
L.P Oosterveld , drs. E.J. Wouda , G. Karas , dr. R.H. Boerman , B.C. ter Meulen
In dit artikel worden vier patiënten met een oncologische voorgeschiedenis besproken, die zich presenteerden met geïsoleerde uitval van de nervus hypoglossus en hoofdpijn. Beeldvormend onderzoek toonde in alle vier de gevallen schedelbasismetastasen ter plaatse van de ipsilaterale occipitale condyl. Deze patiënten ondergingen radiotherapie waarna vooral de pijn afnam. Uitval van de nervus hypoglossus in combinatie met ipsilaterale hoofdpijn wordt het occipitale condylsyndroom genoemd en is kenmerkend voor schedelbasismetastasen. Bij vrouwen betreft het meestal metastasen van een mammacarcinoom en bij mannen metastasen van het prostaatcarcinoom. Voor het aantonen van metastasen in de occipitale condyl heeft MRI de voorkeur. Radiotherapie is de meest toegepaste behandeling.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2015;116(2):103-107)
TNN - jaargang 113, nummer supplement 4, augustus 2012
J. Kliffen , prof. dr. B.C. Jacobs , B.C. ter Meulen
Een 54-jarige vrouw presenteerde zich met progressieve hoofdpijn en wisselende neurologische symptomen gekenmerkt door een aandachtsstoornis, desoriëntatie en woordvindstoornissen. Enkele dagen later kreeg zij levendige, visuele hallucinaties. De oorzaak bleek een hashimoto-encefalopathie. De diagnose werd gesteld door het aantonen van autoantilichamen tegen schildklierperoxidase bij bloedonderzoek nadat andere oorzaken van plotselinge verandering in cognitie en gedrag waren uitgesloten. Vroege herkenning van de hashimoto-encefalopathie is belangrijk aangezien de ziekte goed reageert op behandeling met corticosteroïden.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:191-95)