TNN - jaargang 121, nummer 3, juni 2020
C.C. de Bondt MSc, F.M. Zeldenrust MSc, dr. C.L. Vleggeert , dr. M. Eurelings
SAMENVATTING
Een 80-jarige patiënte werd verwezen naar de neuroloog vanwege vermoeidheidsklachten in de benen. Er werd een MRI-scan van de lumbale wervelkolom verricht. Op de beelden was een wervelkanaalstenose L4–L5 zichtbaar. De patiënte werd gezien door de neurochirurg en onderging een interarcuaire kanaalverwijding. De ochtend na de operatie kreeg zij bij verticaliseren acuut hevige hoofdpijn met misselijkheid en braken. Bij neurologisch onderzoek bleek de patiënte een trage spraak te hebben. Er werd een CT-scan van de hersenen verricht. Hierop was subarachnoïdaal bloed infratentorieel zichtbaar. CT-angiografie toonde geen afwijkingen. De patiënte kreeg platte bedrust en kon na een aantal dagen weer rustig starten met mobiliseren. Een infratentoriële subarachnoïdale bloeding is een zeldzame complicatie na een spinale operatie. De bloeding ontstaat door acuut forse liquorlekkage, meest waarschijnlijk door een duralaesie. Een infratentoriële subarachnoïdale bloeding gaat vaak vanzelf over, maar men moet bedacht zijn op gevaarlijke complicaties zoals hydrocefalus en inklemming.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(3):121–4)
Lees verder