TNN - jaargang 121, nummer 3, juni 2020
dr. G.C.W. de Ruiter , dr. C. Verhamme , prof. dr. J.H. Coert , dr. B.A. Coert
Neuropathie van de nervus ulnaris bij de elleboog komt frequent voor en kan in sommige gevallen leiden tot ernstige klachten. Dit artikel gaat in op zowel het klinisch beeld, de diagnostiek en conservatieve behandeling, alsook op de verschillende operatie-indicaties en technieken, waaronder primaire decompressie van de nervus ulnaris, subcutane en submusculaire transpositie. Ook de behandelingsmogelijkheden voor persisterende of recidiverende ulnaropathie na primaire chirurgische behandeling worden besproken. Ten slotte komt de klinische relevantie van verschillende anatomische varianten aan bod.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(3):105–10)
TNN - jaargang 119, nummer 5, oktober 2018
W.A.C. Palmbergen , dr. C. Verhamme , T.W.H. Alleman , E. Verstraete , dr. K. Jellema , dr. W.I.M. Verhagen , prof. dr. L.H. Visser , dr. G.C.W. de Ruiter , prof. dr. D. van de Beek , dr. R. Beekman , Prof, dr. R.M.A. de Bie
Het carpaletunnelsyndroom komt veel voor. Er zijn veel kennislacunes rondom het carpaletunnelsyndroom. Het ontbreken van voldoende wetenschappelijke onderbouwing voor keuzes bij diagnostiek en behandeling zorgt voor praktijkvariatie en ondoelmatige zorg. Dit artikel biedt een overzicht van belangrijke kennislacunes rondom het carpaletunnelsyndroom waarbij de nadruk ligt op praktijk gerelateerde onderwerpen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(5):182–7)
TNN - jaargang 119, nummer 2, april 2018
T.A. van Essen , dr. G.C.W. de Ruiter , H.F. den Boogert , V. Volovici , prof. dr. A.I. Maas , prof. dr. W.C. Peul
Traumatisch hersenletsel gaat gepaard met een hoge mortaliteit. Bij diegenen die overleven, kan het een grote weerslag hebben op de kwaliteit van leven door de resterende lichamelijke, cognitieve of psychosociale beperkingen. Neurochirurgische interventies kunnen bij bepaalde patiënten met traumatisch hersenletsel de mortaliteit en morbiditeit reduceren. De neurochirurgische indicatiestelling is echter onduidelijk en de huidige bewijskracht voor deze interventies is laag. Als gevolg varieert de zorg voor traumatisch hersenletsel tussen neurochirurgen en voor een deel zijn de oorzaken van deze praktijkvariatie onbekend. Recente en net opgezette studies veranderen in een relatief korte tijd de bewijskracht. Pragmatisch opgezette studies met een zogenoemd ‘comparative effectiveness’-design zijn het meest veelbelovend om de bewijskracht te verhogen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(2):46–51)
TNN - jaargang 113, nummer 4, augustus 2012
drs. A. Kloet , dr. G.C.W. de Ruiter , drs. J.A.L. Wurzer
Meralgia paraesthetica is niet zeldzaam. Het is de meest voorkomende mononeuropathie van de onderste extremiteit. Het beloop is meestal gunstig, maar een deel van de patiënten houdt hinderlijke tintelingen of brandende gevoelens aan de buitenzijde van het bovenbeen. Voor deze groep is een chirurgische behandelingsstrategie voorhanden die bij vrijwel alle patiënten tot een bevredigend resultaat leidt. In dit artikel worden de verschillende chirurgische opties (neurolyse versus neurexerese van de nervus cutaneus femoralis lateralis) en het effect van deze behandelingen besproken.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:178-84)