Articles

Therapeutische mogelijkheden en ethische vragen rond neurotechnologie: een blik op de toekomst

TNN - jaargang 121, nummer 2, april 2020

H. Arnts , G.A.M. Widdershoven , G. Meynen , P.R. Schuurman , P. van den Munckhof

SAMENVATTING

De laatste jaren is er een sterke opkomst van ontwikkelingen op het gebied van de neurotechnologie. Het aantal non-invasieve en invasieve methoden om informatie van de hersenen te analyseren en veranderingen aan te brengen in hersenprocessen neemt in snel tempo toe. Steeds meer neurologische aandoeningen kunnen hierdoor beter behandeld worden. De mogelijkheden van de neurotechnologie brengen ook ethische vragen met zich mee op het gebied van privacy, ‘informed consent’, identiteit en gelijkheid. In dit overzichtsartikel wordt de stand van zaken op het gebied van neurotechnologische ontwikkelingen in kaart gebracht en worden ethische vragen die gesteld moeten worden bij het beoordelen van deze vorm van technologische vooruitgang beschreven.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(2):59–65)

Lees verder

Detecteren van bewuste hersenactiviteit bij niet-responsieve patiënten met ernstig hersenletsel

TNN - jaargang 120, nummer 6, december 2019

H. Arnts , dr. A.F. van Rootselaar , dr. D.R. Buis , P. van den Munckhof

SAMENVATTING

Het is al langere tijd bekend dat er bij patiënten met een bewustzijnsstoornis na ernstig hersenletsel meer hersenactiviteit en bewustzijn aanwezig kan zijn dan onderzoek aan bed doet vermoeden.1 Zo worden bij 14% van de patiënten met een langdurige bewustzijnsstoornis bij EEG of functionele MRI met actieve (motorische) paradigma’s toch signalen opgevangen die wijzen op een intact bewustzijn.2 Deze patiënten voeren dus geen opdrachten uit, maar vertonen wel specifieke corticale activatie als respons op het aanbieden van opdrachten. Deze discrepantie wordt ook wel cognitieve-motorische dissociatie (CMD) genoemd.3 In het onderzoek van Claassen et al. wordt onderzocht of de aanwezigheid van CMD na acuut hersenletsel voorspellend is voor de uitkomst.4
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHR 2019;120(6):238-9)

Lees verder

Diepe hersenstimulatie bij patiënten met een minimale bewustzijnstoestand: huidige stand van zaken

TNN - jaargang 116, nummer 3, september 2015

H. Arnts , M.T.J. Peeters , dr. J.C.M. Lavrijsen , P. van den Munckhof , G.N. Beute

Samenvatting

Patiënten met een minimale bewustzijnstoestand onderscheiden zich van comapatiënten en patiënten met een vegetatieve toestand/niet-responsief waaksyndroom, omdat zij minimale tekenen van bewustzijn vertonen. In de laatste jaren krijgt diepe hersenstimulatie nieuwe belangstelling als techniek om het bewustzijn bij deze patiënten te verbeteren. Bij deze patiënten worden hersenelektrodes geplaatst in de kernen van de thalamus die een belangrijke rol spelen bij de regulatie van het bewustzijn. Vroege experimentele diepe hersenstimulatie-studies bij patiënten met ernstige vormen van hersenschade en bewustzijnsstoornissen kenmerken zich door methodologische beperkingen en beperkte resultaten. Een recente casus suggereert echter dat diepe hersenstimulatie een rol kan spelen bij patiënten met een chronische minimale bewustzijnstoestand. Terughoudendheid is vooralsnog vereist, aangezien klasse I en II bewijs nog ontbreekt en de waarde van de behandeling nog op grotere schaal dient te worden vastgesteld.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2015;116(3):129-137)

Lees verder