TNN - jaargang 113, nummer supplement 4, augustus 2012
R.S. van der Giessen , dr. P.C.G. Nijssen , P.L.M. de Kort
Voorbijgaande neurologische uitval wordt meestal veroorzaakt door een stoornis van de cerebrale doorbloeding, daarnaast zijn ook uitval door neuronale disfunctie bij migraine of na een epileptisch insult veelvuldig beschreven. Minder bekend is dat neurologische uitval ook door systemische aandoeningen zoals hypoglykemie of elektrolytstoornissen veroorzaakt kan worden. Zeldzamer en minder vaak beschreven is focale uitval door een anemie. Dit artikel beschrijft een casus met uitvalsverschijnselen bij een normocytaire anemie na een gastrointestinale bloeding met volledig herstel na correctie van de anemie. Vergelijkbare casuïstiek is beschreven bij ernstige anemie met hemoglobinewaarden van 3,7 mmol/l of lager.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:199-202)
TNN - jaargang 113, nummer 2, april 2012
N.E. Synhaeve , P.L.M. de Kort , M. van Kasteren , dr. C.C. Tijssen
Bij patiënten met hiv blijkt het risico op een beroerte verhoogd te zijn. In de literatuur worden een aantal factoren genoemd die hierbij een rol spelen. In ontwikkelingslanden spelen, naast een vasculopathie door opportunistische infecties of door infectie van de vaten door het hiv-virus, waarschijnlijk stoornissen in de stolling en cardiale problematiek een rol. In de westerse wereld daarentegen komen aanwijzingen naar voren dat antiretrovirale therapie een rol speelt. Weliswaar is antiretrovirale therapie zeer effectief gebleken in het bereiken van een betere immuunstatus en het onderdrukken van de virusreplicatie, maar deze behandeling lijkt geassocieerd met een toegenomen cardiovasculair risico, hetgeen juist door de langere overleving van hiv-patiënten steeds relevanter is geworden. Bij de behandeling van een beroerte bij een hiv-patiënt dienen opportunistische infecties op passende wijze te worden behandeld, evenals de hiv-infectie zelf. Daarnaast is de behandeling vooralsnog vergelijkbaar met patiënten zonder hiv-infectie, inclusief de gebruikelijke secundaire preventie.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2012;113:52-7)