TNN - jaargang 120, nummer 4, augustus 2019
S.R. Suwijn , drs. C.V.M. Verschuur , dr. J.A. Boel , dr. B. Post , prof. dr. B.R. Bloem , prof. dr. B.J. van Hilten , prof. dr. T. van Laar , dr. G. Tissingh , dr. A.G. Munts , Prof, dr. R.M.A. de Bie
Hoewel levodopa sinds bijna 60 jaar het meest gebruikte, goedkoopste en effectiefste medicijn is voor de ziekte van Parkinson, bestaat er twijfel of levodopa de ziekteprogressie verandert. Onlangs zijn de resultaten van een Nederlandse gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, multicenter, uitgestelde- startstudie gepubliceerd. De bevindingen van deze studie wijzen erop dat levodopa de ziekteprogressie bij de ziekte van Parkinson niet verandert, maar dat vroege start met levodopa wel gepaard gaat met een vermindering van de symptomen en een verbetering van de kwaliteit van leven gedurende de observatieperiode. Wij adviseren niet terughoudend te zijn met het starten van levodopa bij de beginnende ziekte van Parkinson.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2019;120(4):133–40)
TNN - jaargang 119, nummer 6, december 2018
dr. M. Beudel , D.L.M. Oterdoom , M.E. van Egmond , prof. dr. T. van Laar , prof. dr. M.A.J. de Koning-Tijssen , prof. dr. J.M.C. van Dijk
Anno 2018 wordt diepehersenstimulatie (‘deep brain stimulation’; DBS) al meer dan 30 jaar toegepast. DBS wordt het meest toegepast bij patiënten met de ziekte van Parkinson, maar ook bij hyperkinetische bewegingsstoornissen, waaronder tremor en dysto-nie. Op het eerste gezicht lijkt het paradoxaal dat stimulatie van identieke hersenkernen bij de ene patiënt bradykinesie kan doen verminderen en bij de andere patiënt juist overtollige bewegingen doet afnemen. In de afgelopen jaren is door deze ogenschijnlijk paradoxale effecten van DBS de hypothese over hoe het netwerk van cortex en basale kernen functioneert veranderd. Er lijkt functioneel namelijk geen sprake te zijn van eenvoudige inhibitie of excitatie, zoals voorheen werd gedacht. Eerder lijkt het te gaan om selectieve modulatie van pathologische oscillerende hersenactiviteit. Door nieuwe beeldvormingsmodaliteiten kunnen wittestofbanen nu beter in beeld worden gebracht. Hierdoor is duidelijk geworden dat de daadwerkelijk gestimuleerde structuren bij DBS meer de wittestofbanen dan de hersenkernen zijn. Deze nieuwe inzichten in pathologische oscillaties en betrokken structuren geeft meer inzicht in de werking van DBS, of beter gezegd neuromodulatie. Door deze toename van kennis is het tevens mogelijk om de instellingen van DBS te optimaliseren en het indicatiegebied van DBS uit te breiden. In dit artikel worden deze nieuwe ontwikkelingen besproken met een vertaalslag naar de huidige klinische praktijk.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(6):207–14)
TNN - jaargang 118, nummer 3, september 2017
J.M. den Heijer , G. van Amerongen , mw. dr. E.P. ‘t Hart , prof. dr. T. van Laar , Prof, dr. J.J. van Hilten , dr. G.J. Groeneveld
De huidige behandeling van de ziekte van Parkinson (ZvP) is met name gericht op het dopaminerge systeem en werkt uitsluitend symptomatisch, terwijl het beeld van de ZvP als degeneratieve aandoening van de substantia nigra heeft plaatsgemaakt voor een multisysteemaandoening. Het ontdekken van genetische risicofactoren en het ontrafelen van de onderliggende processen die hierbij betrokken zijn, leiden tot nieuwe inzichten in de pathobiologie van de ziekte. Dit biedt een groeiend aantal mogelijkheden om gerichte farmacotherapie te ontwikkelen. Dit artikel geeft een overzicht van deze nieuwe inzichten in de pathobiologie van de ZvP en de mogelijkheden voor ‘disease-modifying’ farmacotherapie.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2017;118(3):102–9)
Lees verderTNN - jaargang 115, nummer 3, september 2014
R.W.K. Borgemeester , prof. dr. T. van Laar
Levodopa is geassocieerd met een verhoogd risico op het optreden van een neuropathie. De duur en de dosering van levodopa, zowel bij oraal gebruik als bij intraduodenale toediening (levodopa carbidopa intestinale gel), zijn gerelateerd aan het risico op een perifere neuropathie. Bij langdurig oraal gebruik van levodopa ontwikkelt 19–58% van de parkinsonpatiënten een perifere neuropathie. Bij intraduodenale afgifte wordt een hogere prevalentie verondersteld vanwege een hogere levodopadosering, echter hierover bestaan geen goede gegevens. Levodopa-geïnduceerde perifere neuropathie wordt geassocieerd met een disfunctionerend methioninemetabolisme, hetgeen zich kenmerkt door een verhoogd methylmalonzuur, een verhoogd homocysteïne, en een verlaagd vitamine B6, foliumzuur (vitamine B11) en vitamine B12. Bij behandeling met levodopa carbidopa intestinale gel wordt geadviseerd gericht te kijken naar mogelijke aanwijzingen voor een perifere neuropathie. Bij een aanwezige perifere neuropathie wordt geadviseerd de diverse componenten van het methionine-metabolisme te bepalen en deficiënties te suppleren, danwel levodopa carbidopa intestinale gel te staken, als de symptomen van de neuropathie hinderlijk zijn en niet verbeteren op vitaminesuppletie.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2014;115:147-54)
TNN - jaargang 113, nummer 5, oktober 2012
drs. C.V.M. Verschuur , Prof, dr. J.J. van Hilten , prof. dr. T. van Laar , dr. B. Post , dr. G. Tissingh , Prof, dr. R.M.A. de Bie
Levodopa wordt algemeen beschouwd als het meest effectieve medicijn voor de ziekte van Parkinson. In de praktijk is men echter vaak terughoudend met het voorschrijven. Het starten van behandeling wordt uitgesteld en de dosering wordt zo laag mogelijk gehouden. De in het verleden bestaande bezwaren tegen het vroeg starten van levodopa blijken echter ongegrond en er zijn zelfs aanwijzingen dat het vroeg starten van levodopa een positief functioneel effect kan hebben op het ziektebeloop. Om meer duidelijkheid te verkrijgen over de eventueel positieve en negatieve aspecten van het vroeg starten van levodopa zijn de auteurs een nationaal onderzoek gestart.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:218-22)