Twee fase III-studies hebben reeds de effectiviteit van lasmiditan als acute behandeling van migraine aangetoond. Shapiro en collega’s rapporteerden tijdens EAN 2019 de effectiviteit en het bijwerkingenprofiel van lasmiditan bij migrainepatiënten met cardiovasculaire risicofactoren. De effectiviteit van lasmiditan werd niet beïnvloed door de aanwezigheid van cardiovasculaire risicofactoren. Er was een kleine, maar significante verhoging van de frequentie van hartritmestoornissen in de lasmiditan-groep vergeleken met placebo. Verder waren er geen significante verschillen tussen placebo en lasmiditan in de frequentie van cardiovasculaire behandelingsgerelateerde bijwerkingen.
Achtergrond
Migraine is een onafhankelijke risicofactor voor cardiovasculaire (CV) aandoeningen. Lasmiditan is een 5-hydroxytryptamine-1F (5-HT1F) receptoragonist, die zich selectief richt op neuronen in het centrale en perifere trigeminale systeem, waardoor de afgifte van neuropeptiden daalt en pijnroutes worden geremd. In tegenstelling tot andere acute behandelingen voor migraine veroorzaakt lasmiditan geen vasoconstrictie. Shapiro en collega’s rapporteerden tijdens EAN 2019 de effectiviteit en het bijwerkingenprofiel van lasmiditan bij migrainepatiënten met cardiovasculaire risicofactoren (CVRF’s).1
Studie-opzet
De 2 fase III-studies SAMURAI en SPARTAN hebben reeds effectiviteit van lasmiditan aangetoond.2,3 Dit waren gerandomiseerde, dubbelblinde en placebogecontroleerde studies, waarbij een migraineaanval bij volwassenen werd behandeld met 50 mg, 100 mg of 200 mg lasmiditan. In beide studies waren er na 2 uur significant meer patiënten vrij van hoofdpijn en vrij van de vervelendste symptomen (‘most bothersome symptoms’, MBS) in de lasmiditan-groep vergeleken met de placebogroep. In beide studies werden patiënten met CVRF’s geïncludeerd. In de SPARTAN-studie werden daarnaast patiënten met coronaire hartziekte, klinisch significante aritmieën en ongecontroleerde hypertensie toegelaten. Uit de studiepopulaties van deze studies werden subgroepen van patiënten met en zonder CVRF’s geanalyseerd. Zes relevante CVRF’s werden geïdentificeerd op basis van de American College of Cardiology/American Heart Association Task Force on Practice Guideline: leeftijd >40 jaar, zelf gerapporteerde diagnose van diabetes, huidige roker, baseline totaal cholesterol ≥240 mg/dl, baseline HDL-cholesterol <40 mg/dl bij mannen en <50 mg/dl bij vrouwen, baseline systolische bloeddruk ≥ 140 mm Hg en/of een zelf gerapporteerde medische geschiedenis van hoge bloeddruk.
Voor de effectiviteit werd gekeken naar het aantal patiënten dat vrij was van migrainepijn na 2 uur en het aantal patiënten dat vrij was van MBS na 2 uur voor de subgroep met 0 of 1 CVRF en de subgroep met 2 of meer CVRF’s. Verder werd er gekeken naar CV-behandelingsgerelateerde bijwerkingen.
Resultaten
Bijna 80% van de patiënten had tenminste 1 CVRF en meer dan 40% van de patiënten had minstens 2 CVRF’s op baseline. De frequentie van CVRF kwam evenveel voor bij beide behandelgroepen. Het aantal patiënten dat na 2 uur migrainepijnvrij of MBS-vrij was, was gelijk voor patiënten met 0 of 1 CVRF en patiënten met 2 of meer CVRF’s. De aanwezigheid van CVRF’s had dus geen invloed op de effectiviteitsresultaten.
In de lasmiditangroep was er een verhoogde frequentie van hartritmestoornissen (OR 3,59 [95%-BI 1,09-11,79]; p=0,02), voornamelijk hartkloppingen en tachycardie, vergeleken met de placebogroep. Het aantal CVRF’s was niet van invloed op de frequentie van CV-behandelingsgerelateerde bijwerkingen. Bovendien was een geschiedenis van migraine met aura niet gerelateerd aan het voorkomen van CV-behandelingsgerelateerde bijwerkingen.
Conclusie
De effectiviteit van lasmiditan als acute behandeling voor migraine werd niet beïnvloed door de aanwezigheid van CVRF’s. Er was een kleine, maar significante verhoging van de frequentie van hartritmestoornissen in de lasmiditan-groep vergeleken met placebo. Verder waren er geen significante verschillen tussen placebo en lasmiditan in de frequentie van CV-behandelingsgerelateerde bijwerkingen.
Referentie