Onderzoek van het Universitair Medisch Centrum (UMC) Maastricht heeft aangetoond dat het anti-epilepsiemiddel lacosamide ook een gunstige werking heeft op patiënten met dunnevezelneuropathie, een aandoening waarbij de patiënt continu pijn ervaart. Deze resultaten zijn recent gepubliceerd in het tijdschrift Brain.1
Naast de anti-epileptische werking van lacosamide, verlaagt het medicijn ook pijn. Patiënten met dunnevezelneuropathie ervaren vaak een continue, brandende en prikkelende pijn. De sensatie van deze pijn kan echter per patiënt verschillen. De hoofdoorzaak van de pijn is het slecht functioneren van dunne zenuwvezels. Dit kan veroorzaakt worden door diabetes, chemotherapie of een genetische afwijking. Een effectieve behandeling is tot op heden nog niet gevonden.
Onderzoekers van het UMC Maastricht hebben eerder al aangetoond dat er een verband is tussen pijn en de activatie van natriumkanaaltjes in de zenuwcellen. Onder normale omstandigheden worden de kanaaltjes actief bij het doorgeven van een pijnprikkel aan de hersenen. Bij patiënten met dunnevezelneuropathie zijn deze kanaaltjes echter continu actief, waardoor er een blijvende pijn ontstaat. Lacosamide blokkeert deze kanaaltjes waardoor de pijnprikkel gedempt wordt.
Voor het onderzoek zijn er 24 patiënten gevolgd met erfelijke dunnevezelneuropathie. Zij werden voor acht weken behandeld, waarbij de helft van de groep startte met lacosamide gevolgd door een placebo. Bij de andere helft was dit omgekeerd. In 60 procent van de gevallen resulteerde het gebruik van het middel tot pijnverlaging, in tegenstelling tot 21 procent in de placebo groep. Bovendien rapporteerden de patiënten een verbeterde nachtrust en een toename in het algehele welzijn.
Naar verwachting zullen ook de andere (niet erfelijke) dunnevezelneuropathie-patiënten gebaat zijn bij de behandeling. De bevestiging van de effectiviteit van het middel bij deze groep patiënten zal volgens de onderzoekers hoogstwaarschijnlijk spoedig volgen.
Bron
Naar boven
