TNN - jaargang 118, nummer 3, september 2017
dr. S. Thissen , dr. M.C.G. Vlooswijk , dr. M.P.H. Hendriks , prof. dr. H.J.M. Majoie
Transient epileptic amnesia’ (TEA) wordt gezien als een weinig voorkomende vorm van temporaalkwabepilepsie, gekarakteriseerd door aanvallen van specifieke amnesie door epileptische activiteit (ictaal of postictaal). TEA treft voornamelijk mannen boven de 40 jaar. Aanvallen duren korter dan 60 minuten en komen dagelijks tot enkele keren per jaar voor. Bij 81% bestaan er naast ictale amnesie bijkomende geheugenklachten waaronder versneld vergeten op lange termijn (‘accelerated long-term forgetting’), autobiografische amnesie en topografische amnesie. Deze geheugenklachten worden vaak niet geobjectiveerd met een standaard neuropsychologisch onderzoek. De diagnose is voor een belangrijk deel gebaseerd op de aanvalsomschrijving. Een EEG na slaapdeprivatie toont in de meerderheid van de gevallen epileptiforme afwijkingen. Er moet een MRI verricht worden ter uitsluiting van een onderliggende oorzaak. TEA moet differentiaaldiagnostisch van recidiverende ‘transient global amnesia’, psychogene niet-epileptische aanvallen met amnesie en een ‘transient ischemic attack’ onderscheiden worden. Monotherapie is vaak zeer effectief. Bij 73–96% wordt aanvalsvrijheid bereikt. Indien de epilepsie onder controle is, blijven de interictale geheugenklachten stabiel, of verminderen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2017;118(3):94–100)
Lees verderTNN - jaargang 113, nummer 3, juni 2012
S. Klinkenberg , J.S.H. Vles , dr. M.C.G. Vlooswijk , E.M.J. Cornips
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:100)
Lees verderTNN - jaargang 113, nummer 2, april 2012
dr. M.C.G. Vlooswijk , S. Klinkenberg , dr. G. Hageman , dr. P.L.I. Dellemijn , A.B.C. Roeleveld , J.S.H. Vles
Traumatisch hoofdletsel kan gepaard gaan met hersenletsel, vooral wanneer dit met verwardheid, bewustzijnsverlies of posttraumatische amnesie gepaard gaat. Traumatisch hoofd- en hersenletsel komt vaker voor bij jonge kinderen, aangezien zij nieuwe motorische vaardigheden ontwikkelen en door het relatief grote hoofd. Ondanks de afwezigheid van symptomen bij de eerste presentatie, kan er bij kleine kinderen toch sprake zijn van hersenletsel of een schedelfractuur. Deze bijdrage beschrijft de casus van twee jonge kinderen die een epiduraal hematoom ontwikkelden na een val van een relatief kleine hoogte. In beide gevallen was er sprake van een symptoomvrij interval. De meeste richtlijnen, inclusief de nieuwe Nederlandse richtlijn, beschouwen een val van meer dan een meter hoogte als een risicofactor voor intracraniële complicaties. Het blijft echter belangrijk om alert te zijn op ernstige intracraniële complicaties na een val van kleinere hoogte. Adequaat lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek blijven onontbeerlijk in de preventie van mortaliteit en morbiditeit na een licht traumatisch hoofdletsel.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2012;113:74-81)