SAMENVATTING

Transient epileptic amnesia’ (TEA) wordt gezien als een weinig voorkomende vorm van temporaalkwabepilepsie, gekarakteriseerd door aanvallen van specifieke amnesie door epileptische activiteit (ictaal of postictaal). TEA treft voornamelijk mannen boven de 40 jaar. Aanvallen duren korter dan 60 minuten en komen dagelijks tot enkele keren per jaar voor. Bij 81% bestaan er naast ictale amnesie bijkomende geheugenklachten waaronder versneld vergeten op lange termijn (‘accelerated long-term forgetting’), autobiografische amnesie en topografische amnesie. Deze geheugenklachten worden vaak niet geobjectiveerd met een standaard neuropsychologisch onderzoek. De diagnose is voor een belangrijk deel gebaseerd op de aanvalsomschrijving. Een EEG na slaapdeprivatie toont in de meerderheid van de gevallen epileptiforme afwijkingen. Er moet een MRI verricht worden ter uitsluiting van een onderliggende oorzaak. TEA moet differentiaaldiagnostisch van recidiverende ‘transient global amnesia’, psychogene niet-epileptische aanvallen met amnesie en een ‘transient ischemic attack’ onderscheiden worden. Monotherapie is vaak zeer effectief. Bij 73–96% wordt aanvalsvrijheid bereikt. Indien de epilepsie onder controle is, blijven de interictale geheugenklachten stabiel, of verminderen.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2017;118(3):94–100)