NEUROCHIRURGIE

Moyamoya vasculopathie: diagnostiek en chirurgische behandeling

TNN - jaargang 115, nummer 2, juni 2014

A. Kronenburg , dr. A. van der Zwan , prof. dr. K.P.J. Braun , prof. dr. L. Regli , dr. B.N.M. van Berckel , prof. dr. C.J.M. Klijn

Samenvatting

Moyamoya vasculopathie is een zeldzame cerebrovasculaire aandoening met een onbekende etiologie die wordt gekenmerkt door een progressieve, bilaterale stenose van het distale gedeelte van de arteria carotis interna en van de proximale arteria cerebri anterior en media. Patiënten presenteren zich meestal met een ‘transient ischaemic attack’, herseninfarct of, meer zeldzaam, met een intracerebrale bloeding. Daarnaast kunnen er cognitieve stoornissen bestaan. Hoewel deze zeldzame aandoening voornamelijk in Oost-Azië voorkomt, wordt moyamoya steeds vaker gediagnosticeerd in de westerse wereld, vooral bij kinderen en jong volwassenen. Gerandomiseerde klinische trials ontbreken, maar er zijn sterke aanwijzingen dat neurochirurgisch ingrijpen door middel van directe, indirecte of gecombineerde revascularisatie de cerebrale perfusie verbetert en de kans op herseninfarcten verkleint. Herkenning van deze zeldzame progressieve intracraniële vaatziekte is belangrijk voor tijdige verwijzing naar een vasculair neurochirurgisch centrum.(Tijdschr Neurol Neurochir 2014;115:77-85)

Lees verder

Diepe hersenstimulatie: de stand van zaken

TNN - jaargang 115, nummer 1, maart 2014

J.V. Smit , ir. B.R. Plantinga , M.L.F. Janssen , dr. L. Ackermans , M. Oosterloo , dr. A. Duits , dr. A.F.G. Leentjens , dr. V. van Kranen-Mastenbroek , prof. dr. JJ. Van Overbeeke , prof. dr. Y. Temel

Samenvatting

Diepe hersenstimulatie (‘deep brain stimulation’; DBS) is een behandeling waarbij stereotactisch geplaatste elektroden elektrische pulsen afgeven in het brein. De elektrische stimulatie beïnvloedt de (pathologische) activiteit van de aangrenzende axonen, somata en dendrieten. Nadat patiënten met de ziekte van Parkinson en essentiële tremor succesvol werden behandeld met DBS, is veel onderzoek gedaan naar de toepassing bij de behandeling van andere neurologische en psychiatrische aandoeningen. Deze onderzoeken resulteerden in een uitbreiding van het indicatiegebied voor DBS. Met zorgvuldige patiëntenselectie en een zorgvuldige keuze van implantatiegebied en stimulatieparameters kan DBS effectief zijn bij de behandeling van patiënten met verschillende neurologische en psychiatrische aandoeningen. Voor een verdere ontwikkeling van deze techniek is grondig preklinisch en klinisch onderzoek nodig, evenals verdere uitwerking van medisch-ethische overwegingen.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2014;115:20-5)

Lees verder

Cauda-equinasyndroom bij lumbale hernia nuclei pulposi

TNN - jaargang 114, nummer 4, december 2013

R. Bartels

Lees verder

Herstel van mictie, defecatie en seksuele functie bij het cauda-equinasyndroom na chirurgische behandeling van een lumbale hernia nuclei pulposi: een systematische review

TNN - jaargang 114, nummer 4, december 2013

N.S. Korse , W.C.H. Jacobs , H.W. Elzevier , C.L.A.M. Vleggeert-Lankamp

Samenvatting

Doel. Het cauda-equinasyndroom (CES) is een zeldzame complicatie van een lumbale hernia nuclei pulposi (HNP). Hoewel bij CES mictie, defecatie en/of seksuele functie per definitie zijn aangedaan, is weinig bekend over de langetermijnprognose van deze functies. Doel van deze studie is een literatuuroverzicht te presenteren betreffende uitkomst van mictie, defecatie en seksuele functie bij CES veroorzaakt door HNP.

Methoden. In Pubmed, Embase en Web of Science werd met behulp van een combinatie van gevoelige zoektermen gezocht naar literatuur. Studies werden geselecteerd door middel van vooraf vastgestelde selectiecriteria; het risico op bias werd beoordeeld met een voor dit doel aangepaste Cochrane checklist.

Resultaten. Vijftien studies werden geïncludeerd. Het risico op bias varieerde; 6 studies toonden een laag risico. De gemiddelde minimale follow-upduur was 17 maanden (range 3–24). Alle studies evalueerden mictie met bij 43% (range 13–90) van de patiënten disfunctie bij follow-up. Defecatie en seksuele functie werden geëvalueerd in 8 respectievelijk 9 studies waarbij 50% (range 11–90) respectievelijk 44% (10–77) disfunctie werd gevonden. Slechts 2 studies beoordeelden seksuele functie bij alle patiënten gezien in follow-up.

Conclusie. Mictie- en defecatiestoornissen prevaleren nog lange tijd na decompressie van de cauda equina bij een lumbale HNP. Seksuele disfunctie krijgt zeer beperkt aandacht, maar lijkt ook lang te blijven bestaan. Een caudasyndroom is vaak een invaliderende aandoening waarover de patiënt goed en duidelijk dient te worden geïnformeerd. De uitkomsten die hier worden gepresenteerd kunnen daarbij helpen, ondanks bias van de geïncludeerde studies, gebrek aan universele definities en vaak incomplete follow-upresultaten.

Lees verder

Patiënten met een intracraniële bloeding onder de nieuwe orale anticoagulantia: aanwijzingen voor de praktijk

TNN - jaargang 114, nummer 3, september 2013

E.A. Oudeman , M.J. Wondergem , dr. N.D. Kruyt , dr. Y.B. Roos , dr. W.P. Vandertop

Samenvatting

In recente trials bij patiënten met atriumfibrilleren zonder kleplijden blijken nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s) minstens even effectief te zijn in de preventie van beroertes en systemische embolieën als vitamine K-antagonisten (VKA’s). Aangezien NOAC’s daarnaast gebruiksvriendelijker zijn en gepaard gaan met minder intracraniële bloedingen, is het de verwachting dat deze middelen in toenemende mate zullen worden voorgeschreven. Daarom zal men in de praktijk vaker geconfronteerd gaan worden met patiënten met een intracraniële bloeding die NOAC’s gebruiken. In deze gevallen bestaat er geen specifiek antidotum om de antistolling te couperen. Deze bijdrage beoogt daarom een overzicht te geven van de huidige (on)mogelijkheden en hoe hier in de praktijk mee om te gaan.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2013;114:111-118)

Lees verder

Follow-up van patiënten met een gecoild intracranieel aneurysma

TNN - jaargang 114, nummer 2, juni 2013

J.D. Schaafsma , B.K. Velthuis , prof. dr. G.J.E. Rinkel

Samenvatting

Een subarachnoïdale bloeding als gevolg van ruptuur van een intracranieel aneurysma heeft nog altijd een hoge morbiditeit en mortaliteit ondanks een verbetering in klinische uitkomst over de afgelopen decennia. Endovasculaire behandeling van intracraniële aneurysmata met coils vormt een belangrijk alternatief voor het chirurgisch clippen. Het voornaamste voordeel van coiling is dat het minimaal invasief is, maar het nadeel is een risico op rekanalisatie van het aneurysma waarvoor herbehandeling nodig kan zijn om ruptuur te voorkomen. Patiënten moeten daarom vervolgd worden. Het standaard follow-up onderzoek is intra-arteriële digitale subtractie angiografie (IA-DSA) dat invasief is, patiënten blootstelt aan contrastmiddel en straling, in dagbehandeling moet plaatsvinden en als onprettig kan worden ervaren door patiënten. Magnetische resonantie angiografie (MRA) heeft deze nadelen niet. De testkarakteristieken van MRA zijn goed, er is geen contrastmiddel nodig en het onderzoek kan zowel op een 1.5- als een 3.0-Tesla scanner plaatsvinden. Voorts is MRA kosteneffectief vergeleken met IA-DSA en kan daarmee IA-DSA vervangen als standaard follow-up onderzoek na coilen.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2013;114:67-72)

Lees verder

Doelmatigheid van de behandeling van het cervicaal radiculair syndroom onder de loep

TNN - jaargang 114, nummer 1, maart 2013

dr. J.M.A. Kuijlen , R. Soer

Lees verder